IMG_6318

Achter de schermen bij: Breman Havelland

Wie bij Breman werkt, kan zeggen dat we actief zijn in heel Nederland. Van Drachten tot Weert en van Genemuiden tot Rotterdam en Haarlem. Veel collega’s zeggen er ook direct bij dat we werkzaam zijn in Duitsland, maar sommigen vergeten dat wel eens. Met een ‘hoofdkantoor’ in Werder (onder de rook van Berlijn) en een vestiging in Krefeld, is Breman dus ook gehuisvest over de landsgrenzen, met in totaal een kleine honderd collega’s. Vorig jaar vierden ze in Duitsland hun 25-jarig jubileum. Een zilveren mijlpaal die ze niet zonder slag op stoot behaalden.

Martin Breman (zoon van Roelof Jan Breman) staat al sinds het begin in ’94 aan het roer. Als twintiger stapte hij op eigen initiatief in het Duitse avontuur. Nu, 26 jaar later, voelt hij zich meer Duitser, dan Nederlander: ‘mijn roots liggen hier’. Andersom is het niet perse zo dat de Duitse Bremannen zich ook echt verbonden voelen met het bedrijf in Nederland. “Daarvoor is het simpel te ver weg. Natuurlijk weet men dat we werkzaam zijn voor een familiebedrijf. Dat we een historie hebben en dat er collega’s in Nederland zijn. We zijn gewoon een Duits bedrijf. Sommige dingen die we in Nederland zo ‘normaal’ vinden bij Breman, die kun je ook niet vergelijken met Duitsland. Hier gaan dingen nu eenmaal anders, de mentaliteit is anders, net als de cultuur en de werkwijze. Maar de interesse en de betrokkenheid is er zeker.”

Val van de muur
Hoe anders? Dat blijkt wel uit het verhaal hoe Breman een goede naam heeft opgebouwd in grote delen van het land. Na de val van de muur was de roep om Nederlandse aannemers groot. Er werd gebouwd in Duitsland, veel gebouwd en met name in Berlijn. En dus waren er installateurs nodig. Ook in Genemuiden werd er nagedacht hoe om te springen met wellicht een mooie kans. “Uiteindelijk heb ik gezegd: dat wil ik wel doen.” Martin studeerde ooit Bosbouw, liep stage in Canada, was en is een echt natuurmens. “Boswachter, dat was toch wel mijn droom. Maar uiteindelijk bleek het lastig om er tussen te komen. Later heb ik in Delft een jaar lang ‘topmanagement’ gestudeerd. Ik kwam erachter dat dit mij lag. Toen de kans zich voordeed om in Berlijn, dat toen werd gezien als de bouwstad van Europa, aan de slag te gaan, heb ik die met beide handen aangepakt.”

TB
Alle grote aannemers trokken naar Berlijn en wilden Breman maar al te graag als installateur meenemen. In het begin waren het monteurs van TB die ‘op en neer’ gingen. Martin doorliep ondertussen alle facetten die het installatiewerk met zich meebrengt. “Als je goed wil besturen, dan moet je weten wat je doet, wat er speelt en wat ze doen. TB heeft in het begin (’93) de eerste opdrachten gedaan, de eerste maanden heb ik meegelopen. Vanonder tot boven. Vanaf ’94 zijn we gestart met een eigen pand. Dat was ook het moment dat we meer gingen werken met eigen (Duitse) monteurs.” En niet zonder succes. “Dat we juist daarmee aan de slag gingen was belangrijk. Waar we ook sterk in waren en zijn is die Duitse punktlichkeit. Wat er in het contract stond, dat deden we en goed. Duits bouwen, maar met de Nederlandse knowhow. In NL zijn we veel verder op het gebied van prefab en 3D planning in BIM. Die combinatie, dat werkte goed.”

Bijna failliet
Maar er gingen ook dingen niet goed. Jarenlang werden werkzaamheden uitgevoerd, met het idee dat dit goed was voor het project, maar niet altijd in de opdrachtomschrijving stond. Meerwerk waar niet voor werd betaald. Het was een van de oorzaken dat er in 2009 (crisistijd) flinke verliezen werden gedraaid. “Zonder de financiële ondersteuning uit Nederland was het niet gelukt om de boel draaiende te houden, dan waren we failliet gegaan. Het was een directe aanleiding voor een rigoureuze reorganisatie. Ik besefte dat ik zelf ook niets anders deed dan heen en weer rijden. Alles kon, terwijl de organisatie achteraf gezien eigenlijk een rotzooi was. Ik kan beamen wat Reind zei: alles valt of staat met organisatie. Als die altijd goed is, kan je je bezighouden met optimalisatie. Is je proces niet op orde? Dan werkt dat contraproductief en ben je altijd met de verkeerde dingen bezig en dat wat werkelijk belangrijk is, je mensen, komt daardoor te kort.”

De reorganisatie bleek een succes. Er werd afstand gedaan van de vestigingen die Breman in 2003 nog had in Frankfurt am Main en in Hamburg. “Wat bij ons goed werkt, is dat we het andersom aanvliegen. In Duitsland wordt vaak gewerkt vanuit de gedachte: eerst de klant, daarna het project. Wij draaien het om. Natuurlijk is de klant belangrijk, maar als we precies doen wat in de opdracht staat, dan gaat het project ook goed. We zorgen dus wel dat die opdrachtomschrijving klopt. We bestellen niet meer dan nodig, mist er wat in de omschrijving? Dan gaan we daar achteraan. Zo gaat de monteur altijd op pad met de juiste materialen. Daar hebben we veel winst behaald, simpele dingen…”

Basic stability
Sind 2010 werken we in Duitsland aan het verbeteren van de organisatie d.m.v. Basic stability. Ook de komende jaren willen de Duitse vestigingen van Breman zich verder focussen op basic stability. Het kan altijd beter. Er is voldoende werk, de juiste mensen vinden is net als in Nederland een andere uitdaging. Over een eventuele opvolging hoeft Martin zich geen zorgen te maken. De Duitse bedrijven blijven ‘in de familie’, want dochter Anke (24) reveleert momenteel als projectleider. “Ik herken veel van mijzelf in haar. Toen haar interesse in de materie werd gewekt, was de keuze voor haar snel gemaakt. Zij doorloopt op dit moment alle stappen binnen het bedrijf. Het is uiteindelijk de bedoeling dat ze mijn rol overneemt.” Herkenning is er ook in zijn vrouw Jeannette. Zonder haar ondersteuning had ik dat alles niet kunnen doen. Maar ook in zoons Tom (22) en Jens (17) herkent hij veel, maar dan met name op het gebied van natuur. “De een studeert milieu en techniek en de ander wijst me op mijn co2 footprint, dat ik het nog niet zo goed doe”, vertelt Martin met een grote glimlach.

Voorlopig blijft Breman bouwen aan een verdere mooie toekomst in Duitsland. “Hoe we er bij staan over tien jaar, valt niet te voorspellen. De wereld verandert, de bouw zal zich in Duitsland ook blijven ontwikkelen. Als we technieken vanuit NL hier doorvoeren, lopen we te hard van stapel. Dat moeten we op een gezonde manier blijven doen, daarom werkt Duits bouwen met de Nederlandse knowhow goed”, besluit Martin. “Ik ben er van overtuigd dat we met deze ‘super medewerkers’ om ons heen niet bang hoeven te zijn voor de toekomst. We gaan vast nog vele mooie projecten samen realiseren.”

IMG_6309
IMG_6278
IMG_6296