Arinda Beens eerste vrouwelijke collega die veertig jaar bij Breman werkt

“Kun je dat nou geloven? 40 jaar in dienst?” En dan met een lach: “Ja, ik zie het wel hoor, als ik ’s ochtends in de spiegel kijk, dat er 40 jaar gepasseerd zijn maar als je terugkijkt is het zo snel gegaan. En nu klink ik natuurlijk helemaal stokoud, want dat zeggen alleen oude mensen, maar zo is het wel.” Arinda Beens is aan het woord. De eerste vrouwelijke collega binnen Breman die afgelopen augustus haar 40-jarig dienstverband vierde.

Arinda startte, als 18-jarige, bij Breman Hasselt. “Toen heette het nog Bugo, die naam alleen al kennen veel mensen niet meer.” Door een verdrietige gebeurtenis is ze eigenlijk bij Breman terecht gekomen. “Mijn goede schoolvriendin overleed, kort nadat wij geslaagd waren voor onze opleiding. In haar slaap. Ze was gestikt hoorde ik later. Ik kan het nog steeds niet bevatten, maar het was wel een keerpunt in mijn leven. Ik bedoel er meer te zeggen dat ik meer ben gaan nadenken over bijvoorbeeld de toekomst. En misschien ook wel om kansen te pakken als ze voorbijkomen. Een voorbeeld is dan ook de vacature bij Breman. Toen ik de vacature las heb ik direct gereageerd. Een paar dagen later mocht ik langs komen. En na wat telefoonwerk en een kort gesprek kreeg ik een hand en de mededeling dat ik maandag wel kon beginnen. Reind zei nog: ‘Ik hope weh dai twat langer volholden als oen veurganger.’ (vrij vertaald: ik hoop wel dat je het langer volhoudt als je voorganger) Waarop ik zei: ‘Ik zal m’n best doen’. Nou ja dat is gelukt.”

Schoonmoeder

Al was dat, als het aan haar schoonmoeder had gelegen, maar zo anders gelopen, want na een paar jaar trouwde Arinda en toen er kinderen kwamen was werken geen vanzelfsprekendheid meer. “Och jongens, ja dat was in die tijd toen zo hè. Nee dat ging zomaar niet. Mijn schoonmoeder vond dat echt niet gepast. Ik hoefde toch niet te werken? Dat deed je toch niet als je kinderen had? Dus was het plan dat ik zou stoppen. Een nieuwe medewerker was al aangenomen. Die moest ik dan nog een paar maanden in werken voordat ik met verlof zou gaan. Nou kort gezegd, daar was geen klik. Ik dacht hier ga ik de laatste maanden niet tegenover zitten. Mijn leidinggevende destijds heeft rondgevraagd en voor de laatste paar weken kon ik terecht bij de SOB (nu Breman Service Facilitair).”

Carrière

Arinda kreeg een wolk van een dochter en de collega’s kwamen op kraamvisite. En daar werd haar gevraagd of ze toch straks niet weer een aantal uren zou willen werken? “Nou toen heb ik het toch gedaan. Gelukkig stond mijn eigen moeder er anders in. Die zei: ‘Ga maar hoor en breng die kleine maar bij mij’.” En daar heeft ze geen moment spijt van gehad. Er kwam nog een dochter en ook deze keer pakte ze, na haar verlof, haar werkzaamheden bij Breman weer op. Nu werkt ze elke dag van kwart over zes tot half 11. De overige uren is ze er vooral voor haar twee dochters en hun kinderen. “Je wil die meiden toch ook de kans geven hé, om een carrière op te bouwen.”

Timmerman en Van Eerde

Ze kijkt goed terug op al die jaren. Er is veel gebeurd. Ze kan zich nog goed herinneren dat Jan-Willem Breman bij haar de eerste computer kwam plaatsen, maar ook de grappen van Piet en Piet (Timmerman en Van Eerde). Al wordt het de laatste tijd wel wat te zweverig allemaal voor haar. “Ik vind dat we weer terug moeten naar de basis. Met de benen op de grond, schouders eronder en gaan. Vroeger hing hier een spreuk aan de muur die ik nu ook nog vaak gebruik: ‘Het is niet belangrijk hoeveel uren je aanwezig bent, wel belangrijk is wat je in die uren doet’.”

Toekomst

Op de vraag hoe ze de toekomst ziet antwoordt ze: “Goed. Ik hoop dat ik toch iets eerder kan stoppen dan 67. En dat ik dan nog meer kan gaan genieten van míjn kinderen en kleinkinderen. Ik zie het helemaal voor me. Een klein schattig, soort van Engels, huisje met mooie bloemen, wat kippen en natuurlijk een paard.” Want daar ligt toch wel haar grootste passie.