DSC_0002

“Het belangrijkste is in contact blijven met de mannen in het veld”

Erik Limpens (36) is Hoofd Meet- en Regeltechniek bij Breman Utiliteit Rotterdam. “Ik noem mezelf vaak gekscherend ‘manusje-van-alles’ omdat ik me met alle werkzaamheden, van deze afdeling wel bezighoud. Als hoofd van deze afdeling draag ik de verantwoordelijkheid voor het team, maar dat neemt niet weg dat ik graag op alle vlakken inzetbaar ben en blijf. Dat maakt deze job ook zo leuk. Ik kom zelf ook uit het veld zoals dat genoemd wordt. Ik ben, jaren geleden, gestart in het onderhoud, daarna de service in gegaan en vervolgens doorgegroeid naar de meet- en regeltechniek. Eerst als inbedrijfsteller en daarna als software-engineer. Ik ben van mening dat je eerst heel wat jaren in het veld moet hebben gelopen wil je de functie die ik nu bekleed, goed kunnen uitvoeren.”

Feeling

‘Feeling’ houden met de techniek vind ik én heel erg leuk én van groot belang. Dat betekent, in contact blijven met de mannen in het veld. Op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen, maar ook kijken naar bestaande processen. Door zo efficiënt mogelijk te werken kun je goedkoper zijn dan de concurrent. Door mijn ervaringen bij mijn vorige werkgever, de vele contacten die ik daar had met onderaannemers weet ik zo ongeveer wat zij rekenen en daar ligt dan ook weer een stukje kracht.” In februari 2020 werkt Erik twee jaar voor Breman. Via zijn zwager is hij hier terecht gekomen. Erik: “Hij had ooit al eens een balletje opgegooid, maar toen heb ik hem vriendelijk bedankt omdat ik net in gesprek was met mijn toenmalige werkgever over doorgroeimogelijkheden. Maar al snel bleek dat de afspraken die we hadden gemaakt niet na werden gekomen van hun kant. Toen mijn zwager na een jaar opnieuw begon over Breman zei ik; laat ze maar bellen. Zo gebeurde en het besluit was gauw gemaakt. Bij Breman kon ik wel verder en ik zit helemaal op mijn plek.”

Kanopolo

Naast zijn werk bij Breman, wat vaak meer uren betreft dan de 40 uur die in zijn contract staan, heeft Erik ook nog tijd om diverse hobby’s te beoefenen. Zo heeft hij een eigen paard, zit hij met zijn broer in het vierspannen (mennen, op hoog internationaal niveau), rijdt hij motor, is fotografie iets wat hij graag doet en dan ook nog kanopolo. Erik: ”Wanneer ik vertel dat ik kanopolo, dan zie ik vaak al aan de opgetrokken wenkbrauwen dat ze er nooit eerder van hebben gehoord.” Zijn andere zwager zit in een kanopolo-team dat speelt op hoog niveau en Erik ging wel eens bij de wedstrijden kijken. Erik: “Ik was wel weer op zoek naar een teamsport. Ik heb in het verleden waterpolo gespeeld en dat heb ik altijd heel leuk gevonden. Het is voor velen een onbekende sport, maar het wordt over de hele wereld gespeeld. In Nederland zijn ongeveer dertig verenigingen. Een team bestaat uit vijf spelers (het voltallige team bestaat uit meerdere spelers), allen gezeten in kleine wendbare kajaks. Een wedstrijd wordt gespeeld in twee helften van elk tien minuten met daartussen een pauze van drie minuten.” Erik beoefent de sport zo ongeveer vier jaar. Het seizoen loop van april tot begin oktober. De trainingen gaan wel het hele jaar door. Erik: “Zo lang er geen ijs ligt trainen we.”