“Ik hoop dat ik een voorbeeld mag zijn”

In het kader van het kernwaardentraject van Ons Breman DNA, hebben we een special uitgebracht. In deze special portretteren we een aantal medewerkers van Breman. Zij vertellen wat het inhoudt om te werken bij dit bedrijf, maar ook wat het DNA nou voor hem of haar betekent. In dit portret laten we Bernardo Eenkhoorn aan het woord.

In januari van dit jaar was het al weer drie jaar geleden dat Bernardo Eenkhoorn (26) in dienst kwam bij Breman. In die drie jaar is er veel gebeurd. Hij werd in een korte tijd klaargestoomd voor zijn huidige rol van directeur namens de aan­deelhouders in Breman Structuur en Breman Beheer. Maar vanzelfsprekend was het zeker niet dat hij als kleinzoon van Reind Breman het bedrijf in zou rollen. Zijn ambitie reikte een stuk verder dan Genemuiden. Sterker nog, die ging over Nederlandse grenzen.

Natuurlijk, hij groeide op met de verhalen van opa Reind aan de keukentafel, die hij nog goed kent en zo na kan vertellen. “Hij zei altijd tegen me: ‘Jij wordt later dominee of directeur’,” zegt hij met een lach. Als kind van de vierde generatie is Breman hem met de paplepel ingegoten. Een groot cliché, maar wel een met een waarheid die kleeft aan de werkelijkheid. “Het Breman DNA, dat zie ik als een tweede natuur.”

Hij vertelt het nu met een grote overtuiging, maar daar ging wel een reis aan vooraf. Een reis waarbij hij fysiek over verre landsgrenzen ging en mentaal een rijker persoon werd. “Ik heb altijd de drang gehad om weg te gaan uit Genemuiden. Dat was ook altijd mijn grootste bezwaar om te komen werken bij Breman. Maar ja, het bedrijf is onlosmakelijk verbonden met Genemuiden en uiteindelijk weet ik ook wel dat Breman meer is dan Genemuiden.”

Hij studeerde Bedrijfskunde MER aan het Windesheim, haalde zijn master Financieel Management aan de VU in Amsterdam. Verbleef in Frankrijk voor een deel van zijn studie en besloot op zijn 22e toen hij klaar was, een reis door Azië te maken. De eerste weken deed hij dat met een vriend, maar het grootste deel van zijn trip deed hij alleen. “Ik weet nog goed dat ik in Hong Kong was en ik een moment vond om te skypen met mijn zusje. Reind zat daar toen bij. Ik zat in een trappenhuis van een hostel toen Reind me de vraag stelde of ik niet bij Breman aan de slag wilde. Bijzonder dat ik dat moment nog zo voor de geest kan halen.”

Ook toen hij eenmaal weer in Nederland was, waren er nog geen voortekenen dat Breman de rode draad in zijn leven zou worden, want Madrid, waar hij een studie kon volgen, lag op de plank als idee. “En van daaruit zou ik dan de mogelijkheid hebben om érgens in de wereld aan de slag te kunnen.” Uiteindelijk liep het toch allemaal anders.

Met geheel open visie ging hij in 2014 een gesprek aan met Risco Balkenende. “Dat was heel vrijblijvend, ik bedoel, als we daar hadden gezeten om mijn leven voor de komende dertig jaar binnen Breman uit te stippelen, dan waren we snel klaar geweest. Wat het wel zou gaan betekenen wist ik toen ook nog niet, niemand wist op dat moment wat mijn rol zou worden.” Zijn traineeship leek het Breman vuur in hem alleen maar aan te wakkeren.

Hij doorliep diverse functies wat hem een goed beeld gaf van alle aspecten binnen het bedrijf. “De verhalen over het werken bij Breman ken ik. Maar door zelf aan de slag te gaan merkte ik het pas echt. En nu kan ik alleen maar zeggen dat ik het geweldig vind. Natuurlijk denk ik wel eens: waar ben ik aan begonnen. Maar er is een match. En het is ook niet zo dat ik het gevoel heb er alleen voor te staan, we doen het met z’n allen. Dat is ook het mooie aan het kernwaardentraject, we willen juist alle medewerkers er bij betrekken.”

Het Breman DNA is wat Bernardo betreft een belangrijk fundament en voor hem zeker een drijfveer geweest. Over pakweg vijf jaar denkt hij dat het traject zijn waarde bewijst. “Nu zeggen we, er staat ons nog veel te wachten. Maar als we over vijf jaar terug kijken, zullen we versteld staan over waartoe we met elkaar in staat zijn en wat we hebben bereikt.” Voor zichzelf ziet hij binnen het traject vooral een rol weg gelegd als aanjager. “En ik hoop dat ik een voorbeeld mag zijn.”